Wat we kunnen leren van Zlatan en Cristiano

Het EK in Frankrijk is inmiddels aardig op stoom, en we genieten weer van sterren als Ibrahimovic en Ronaldo. Wat maar weinig mensen weten, is dat we uit het voetbal enkele waardevolle lessen kunnen trekken over recruiting.
Neem Ronaldo: de prijzenkast is inmiddels indrukwekkend. Zo wint hij met twee verschillende teams de Champions League, en werd hij al drie keer verkozen tot Wereldvoetballer van het Jaar. Zou hij in het bedrijfsleven zijn aangenomen, dan zou hij de “hire of the decade” zijn. Toch zijn er maar weinig bedrijven die daar zo naar kijken.

9 lessen voor organisaties

  1. Zonder de “quality of hire” te meten, zou je je eigen recruitmentsucces niet herkennen. De meeste bedrijven meten niet de prestaties van nieuwe medewerkers. Daarom zouden ze, als ze een Zlatan inhuurden, nooit echt weten dat het een medewerker van die topkwaliteit was. En anderzijds: ook de mislukkingen zouden er nooit tussenuit gehaald zijn. Ten slotte: als je dit soort dingen niet meet, dan weet je dus ook niet welke selectiecriteria nauwkeurig succes in jouw eigen bedrijf voorspellen.
  2. Eén topspeler trekt vaak ook weer andere talenten aan (al geldt dit natuurlijk meer voor clubvoetbal). Heb je één Messi, Pirlo of Lewandowski in je team rondlopen, dan zit je voorlopig geramd met je employer brand.
  3. Kampioenen zoeken voor élke positie een topper, ook in het bedrijfsleven. Bij topbedrijven als Google en Amazon kijken ze niet naar de kwaliteit van de gemiddelde werknemer, maar zorgen ze ervoor dat op élke sleutelpositie een topper zit. P&O’ers moeten begrijpen dat zelfs het allergrootste talent slecht presteert wanneer hij omringd is met zwakke broeders die de overall prestatie omlaag halen.
  4. Topspelers zet je op topplekken. Dat klinkt logisch, maar dat is het niet altijd. Een topspeler op een slechte positie heeft veel minder impact dan op een goede positie. Denk bijvoorbeeld aan de voetbaltrend om linksbenigen op rechts te laten spelen, en andersom.
  5. Topspelers zijn vaak ook actieve leiders. Zelfs met een onervaren coach kun je ver komen in een toernooi, als je maar een sterspeler in je team hebt. Kijk naar het Nederlands elftal van zes jaar geleden. Bert van Marwijk was op dat moment (nog) geen wereldcoach, maar met het leiderschap van Arjen Robben werden we wel tweede. Trainers zijn belangrijk, maar met een sterspeler heb je een extra coach in het verld erbij.
  6. Sterspelers laten anderen om zich heen ook excelleren. Niet alleen presteert-ie zelf goed, ook is-ie in staat om anderen om hem heen goed te laten spelen. Bijvoorbeeld door hun eindeloze drive om te winnen en beter te worden. Misschien is alleen Ronaldo hierop een uitzondering.
  7. Sterspelers verlagen het verloop in de organisatie. Niet alleen komen andere goede spelers eerder jouw kant op, ook zullen de huidige spelers minder geneigd zijn om na een paar jaar te vertrekken.
  8. Sterspelers zorgen voor innovatie. Niet alleen spelen ze zélf goed, ook helpen ze teamgenoten aan tactisch inzicht en technische vaardigheden. Ze zorgen voor innovatie, en continue verbetering is belangrijk in een tijd waarin alles snel gekopieerd wordt.
  9. Tot slot: mocht u een sterspeler willen aannemen, plan dan geen sollicitatiegesprek. Kort gezegd: daar zijn ze te goed voor. Beter is het om een ‘goed gesprek’ te voeren, in een informele setting, op basis van gelijkwaardigheid. De focus van het gesprek is: de sterspeler de informatie verschaffen die híj nodig heeft om ja te kunnen zeggen.