De formerende partijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie willen een aantal grote hervormingen in de arbeidsmarkt doorvoeren, die de bestaanszekerheid van lage- en midden inkomens versterken en de lasten verlagen.
.
Het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk (commissie-Borstlap) en het hoofdstuk ‘Arbeidsmarkt, inkomensverdeling en gelijke kansen’ uit het SER MLT-advies vormen de leidraad voor hoe de inrichting van de arbeidsmarkt van de toekomst er uit komt te zien. Dat staat in het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ dat de formerende partijen naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.
.
Hierbij de belangrijkste punten voor HR uit het coalitieakkoord op een rij:
- De formerende partijen willen €500 miljoen per jaar investeren in het hervormen van de arbeidsmarkt, re-integratie en het aanpakken van armoede en schulden.
- Ook wil de coalitie €300 miljoen per jaar uittrekken voor lastenverlichting van het mkb via loondoorbetaling bij ziekte.
- Verschillen tussen vast en flex worden verder verkleind. In lijn met het SER MLT-advies worden oproep-, uitzend- en tijdelijke arbeidscontracten beter gereguleerd.
- Met de sociale partners wordt een budgettair neutrale deeltijd-WW uitgewerkt, om de interne flexibiliteit en wendbaarheid van bedrijven te vergroten.
- Er wordt een minimumuurloon ingevoerd op basis van de 36-urige werkweek. Het minimumloon wordt stapsgewijs verhoogd met 7,5%. Een koppeling met de uitkeringen (m.u.v. de AOW) blijft in stand om het bestaansminimum te verstevigen.
- ‘Echte zelfstandigen’ worden ondersteund en ondernemerschap wordt gestimuleerd. De ontwikkeling van een wegmodule voor het vooraf verkrijgen van zekerheid voor zzp-ers over de aard van de arbeidsrelatie wordt voortgezet. Schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan door betere publiekrechtelijke handhaving in het geval van het vermoeden van werknemerschap.
- Samen met sociale partners, gemeenten en UWV, worden meer mensen van uitkering of werk naar werk begeleid. Er komen instrumenten voor om- en bijscholing die de overstap naar tekortberoepen ondersteunen.
- Werkenden krijgen leerrechten om te zorgen voor permanente scholing.
- Er worden maatregelen genomen om de arbeidsparticipatie en positie van arbeidsongeschikten te verbeteren.
- De bijverdiengrenzen in de Participatiewet worden verruimd. Mensen die langdurig in de bijstand zitten worden actief worden benaderd en ‘ondersteund en gestimuleerd naar werk’.
- Om de loondoorbetaling bij ziekte te verbeteren, richt de re-integratie zich in het tweede jaar -in lijn met het SER-advies- in principe op het tweede spoor, waarbij de instroom in de WIA zoveel mogelijk wordt beperkt.
- De vergoeding van de kinderopvang wordt verhoogd naar 95% om de combinatie werken en zorg aantrekkelijker te maken.
- Het pensioenakkoord wordt verder uitgevoerd.
- Er worden afspraken gemaakt met het bedrijfsleven en overheden over het stimuleren van thuiswerken. De onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd, om reizen naar werk betaalbaar te houden.
- Het aanbod van arbeidsmarktrelevante beroepsopleidingen in techniekhavo en kleinschalig vakonderwijs wordt vergroot. Afspraken worden gemaakt zodat elke mbo-student een stageplek en een passende vergoeding krijgt. Stagediscriminatie wordt aangepakt.
- De arbeidsmarktpositie en het salaris voor makers in de gehele creatieve sector wordt verstevigd.
- De verschillen tussen salarissen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs worden verkleind. De werkdruk moet worden verlaagd door kleinere klassen en meer docenten op een groep.
- Salarissen in de zorg worden verhoogd.